Signaleren en melden
Ook als professional kun je soms signalen krijgen die je wil melden. Bijvoorbeeld bij het vermoeden van kindermishandeling of als je een uithuiszetting van een cliënt wil voorkomen.
Iedere hulporganisatie en zelfstandige professional ontwikkelt een eigen Meldcode. Daarin moeten in ieder geval de volgende 5 stappen staan:
- Stap 1: In kaart brengen van signalen.
- Stap 2: Overleggen met een collega. En eventueel raadplegen van Veilig thuis: het Advies- en Meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. Of een deskundige raadplegen op het gebied van letselduiding.
- Stap 3: Gesprek met de betrokkene(n).
- Stap 4: Wegen / beoordelen van het huiselijk geweld of de kindermishandeling. Bij twijfel altijd Veilig thuis raadplegen.
- Stap 5: Beslissen over zelf hulp organiseren of melden.
Als hulpmiddel heeft de overheid een basismodel huiselijk geweld en kindermishandeling opgesteld. Dit model kun je gebruiken bij het ontwikkelen van een Meldcode.
Overige acties voor de organisatie
Naast de ontwikkeling van een Meldcode moet een organisatie een aantal zaken regelen:
- Verantwoordelijkheid
Een organisatie moet benoemen wie de stappen moet doorlopen. Bijvoorbeeld een leerkracht die de signalen bespreekt met de zorgcoördinator van een school. Daarnaast moet de organisatie vastleggen wie eindverantwoordelijk is voor de beslissing om wel of geen melding te doen. - Kennis over bepaalde vormen van geweld
Een organisatie moet aandacht besteden aan bijzondere vormen van geweld. Bijvoorbeeld vrouwelijke genitale verminking en eergerelateerd geweld. Dit vergt van medewerkers extra kennis en vaardigheden. - Kindcheckinstructies
Om een Kindcheck te kunnen uitvoeren hebben organisaties instructies nodig. Bij een Kindcheck controleren professionals of er kinderen in een gezin zijn en of ze veilig zijn. Bijvoorbeeld als een ouder een psychische stoornis heeft of verslaafd is. De overheid is bezig met een basishandleiding voor de Kindcheck. - Omgang met vertrouwelijke gegevens
Een organisatie moet vastleggen hoe medewerkers moeten omgaan met vertrouwelijke gegevens.
Wat is de Verwijsindex?
De Verwijsindex is een digitaal systeem waarin professionals van verschillende organisaties een signaal kunnen afgeven als zij zich zorgen maken over of betrokken zijn bij een kind of jongere. Door de Verwijsindex kunnen professionals elkaar sneller vinden en beter met elkaar en met de ouder(s)/verzorger(s) en het kind of de jongere afstemmen en samenwerken over de best passende ondersteuning en begeleiding. Het signaal dat wordt afgegeven in de Verwijsindex bevat alleen naam, adres en geboortedatum van het kind of de jongere gekoppeld aan de contactgegevens van de professional. Er staat geen inhoudelijke informatie in.
Het MAB is een regionaal advies- en meldpunt voor burgers en professionals met (niet-acute) zorgen over sociaal kwetsbare mensen. Het MAB is beschikbaar voor de volgende gemeentes: Amersfoort, Baarn, Bunschoten, De Ronde Venen, Houten, IJsselstein, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Soest, Stichtse Vecht, Utrecht, Vijfheerenlanden, Woerden en Woudenberg. Dit meldpunt zorgt ervoor dat degene over wie een melding wordt gedaan, zo snel mogelijk terechtkomt bij juiste zorg en/of ondersteuning. Over de inzet van het MAB bestaan afspraken met de afzonderlijke gemeenten. Voor de gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Leusden, Soest en Woudenberg is het ook mogelijk een melding te doen buiten kantoortijden en in het weekend.
Hoe kun je melden?
Je kunt melden via het volgende meldingsformulier MAB. Bij het Meld- en Adviespunt Bezorgd, bereikbaar via 030- 630 54 80 kun je vooraf advies inwinnen of overleggen. Het Meldpunt zal onderzoeken of de melding voldoet aan de criteria.
De GGD biedt (dwang en drang) trajecten ter voorkoming van huisuitzettingen door financiële problemen en/of (woon)overlast. Deze trajecten zijn een samenwerkingsvorm tussen GGD, gemeente, woningbouwcorporaties, zorg- en dienstverleningspartners. De GGD heeft hierbij een coördinerende rol. Dit noemen we procesregie. Via een gezamenlijk plan van aanpak en duidelijk gestelde doelen wordt er door de inwoner en de diverse partijen gewerkt aan het voorkomen van huisuitzetting. Ook wordt er gewerkt aan een duurzame oplossing. Het ViA traject is in een aantal gemeenten al jaren een goed werkende aanpak op basis van duidelijke afspraken. Dit betreft de Gemeentes Amersfoort, Baarn en Soest.
Hoe kun je melden?
Meldingen van burgers kunnen wij niet in behandeling nemen. Er kan alleen gemeld worden door hulp- en dienstverlenende organisaties.
De professionals van de Jeugdgezondheidszorg van GGD regio Utrecht werken met de diensten Zorgmail (beveiligd verwijzen en beveiligd mailen) en Siilo (beveiligd appen). Deze diensten zijn een verbindende schakel voor een veilige informatieoverdracht van cliëntgegevens. Dit sluit aan op de samenwerkingsafspraken tussen gemeenten, jeugdgezondheidszorg en eerstelijnsvoorzieningen. Een mooie, veilige en belangrijke stap naar een betere samenwerking met externe partners.
Zorgmail
Zorgmail is een beveiligd systeem voor e-mailberichten met privacygevoelige informatie. Alle @ggdru.nl mailadressen kunnen veilig verzenden. Ben je als ketenpartner niet aangesloten bij Zorgmail, dan wordt er een 06-nummer gevraagd voor identificatie. Indien je als ketenpartner een e-mailadres van een professional van de GGDrU heeft kun je direct met hem of haar mailen, anders kun je gebruik maken van via het algemene zorgmailadres van GGD regio Utrecht jgzggdregioutrecht@zorgmail.nl met klantnummer 500045886.

Contact met Team OGGZ?
Team OGGZ is op werkdagen (tussen 9.00 en 17.00 uur) telefonisch te bereiken op 033- 467 82 53. Mailen kan ook naar: woonproblematiek@ggdru.nl.
woonproblematiek@ggdru.nl