Zorgzaam vaccineren

Een vaccinatie kan voor kinderen en ouders best spannend zijn. Een goede voorbereiding helpt om het proces zo prettig mogelijk te maken. In deze tekst lees je hoe zorgverleners en ouders samen kunnen zorgen voor een kindvriendelijke vaccinatie. Ook krijg je tips over wat helpt tijdens en na het vaccineren, zodat het een rustige en fijne ervaring voor je kind wordt.

Voorbereiding

Een goede voorbereiding kan vaak kind en ouder helpen om het vaccineren minder spannend te laten zijn. De zorgverlener kan met het kind en ouder afstemmen wat ze fijn vinden tijdens het vaccineren. Bij GGD regio Utrecht vinden we het belangrijk om zorgzaam te vaccineren. Hierbij houden we extra rekening met wat fijn is voor ouder en kind. Bijvoorbeeld:

  • Wil je je kind voeden tijdens het vaccineren?
  • Hoe vindt je kind het fijn om te zitten?
  • Waar wil je kind het over hebben tijdens het vaccineren?
  • Wil je kind dat we aftellen? Of juist niet?

Tijdens het vaccineren

Als de vaccinaties gegeven worden op het consultatiebureau helpt het om je kind goed voor te bereiden. Helpend taalgebruik ( Folder helpend taalgebruik – PROSA kenniscentrum ) kan dan helpen in aanloop naar de afspraak toe, maar ook tijdens het contactmoment op het consultatiebureau.

Hoe maak je de prik prettiger voor baby’s?

Er zijn verschillende manieren om het prikken prettiger te maken.

Je kunt je kind op schoot nemen of op het aankleedkussen laten liggen. Belangrijk is dat de jeugdverpleegkundige goed bij het bovenbeentje kan. Het helpt als je tijdens en na het prikken rustig tegen je kind praat. Spreek van tevoren af met de jeugdverpleegkundige wie er praat, zodat je kind één stem hoort en zich veilig voelt.

 Bij de vaccinatie is het belangrijk dat je kind zich veilig voelt en dat de vaccinatie veilig gegeven kan worden. Hiervoor vraagt de zorgverlener aan de ouder of de handen even vastgehouden kunnen worden tijdens het prikken, zodat er niet naar de naald gegrepen kan worden.

Stem af met de zorgverlener:

  • Wie praat er tijdens het vaccineren?
  • Houd de handen van je kind vast tijdens het vaccineren.
  • Je kind mag in je armen gevaccineerd worden, maar als ze groter worden kan het fijner zijn om ze op het aankleedkussen te laten liggen om goed bij de bovenbenen te kunnen.
  • Voeden tijdens het vaccineren mag.
  • Blijf als ouder zelf ontspannen.

Wat kan nog meer helpen?

  • Afleiding werkt, of beter gezegd: afstemmen!
    In veel gevallen helpt afleiding. Het is daarom goed om met de verpleegkundige in gesprek te blijven. Samen kijk je wat werkt voor jouw kind. Denk aan: letten op ademhaling, bellenblazen, windmolentje blazen, een zoekboek of muziek.
  • Tegelijkertijd vaccineren. Moet je kind meer dan 1 vaccinatie? Bespreek met je jeugdarts of jeugdverpleegkundige of ze op 1 prikmoment meerdere vaccinaties kunnen zetten.

Helpend taalgebruik

Enkele voorbeelden van helpend taalgebruik zijn:

Onderzoek wijst uit dat praten over pijn of het vragen naar pijn kan leiden naar meer angst of pijn. Het kan dus helpen om helpende woorden of positieve taal te gebruiken om een vaccinatie prettiger te laten verlopen.

Zeg niet:
‘Je krijgt een prikje vandaag.’
Zeg liever:
‘Je krijgt medicijnen om te zorgen dat je beter wordt (of gezond blijft)’
Of als je kind vraagt of het pijn gaat doen
Zeg niet:
‘Het doet maar even pijn.’
Zeg liever:
‘Sommige kinderen voelen een drukkend gevoel, anderen zeggen dat ze niets voelen. Ik ben benieuwd hoe het bij jou voelt.’

Verdovende zalf

Er bestaan verdovende zalven die de huid minder gevoelig maken. De vaccinatie gaat door de huid, in de spier. De korte pijnprikkel is daardoor nog steeds aanwezig: de zalf werkt niet tegen pijn in de spier. Daarom is het bij GGD regio Utrecht niet mogelijk om deze zalf te gebruiken. Een goede voorbereiding en afstemming zorgt bijna in alle gevallen voor een prettige vaccinatie voor je kind.