SOMO deelproject 2: Kennis & Kunde

In deelproject 2 richten we ons op het leren en verbeteren door het bij elkaar brengen van kennis en kunde. Naast desk research doen we dit ook via interviews en werkbezoeken om vragen, (kennis)behoeften en ‘good practices’ van samenwerkingspartners uit de regio op te halen. Daarnaast organiseren we  co-reflectiebijeenkomsten om de samenwerking tussen stakeholders te versterken en de bewustwording van de complexiteit van de problematiek en zicht op nieuwe handelingsalternatieven te vorderen.

Doelstellingen:

  • Uitvoeren van desk-research, veld-/werkbezoeken en interviews (15-20 per jaar)
  • Uitvoeren van co-reflectiebijeenkomsten (6 per jaar),
  • Optekenen van lessons learned en deze 2 keer per jaar bundelen

Wil je meer weten over deelproject 2? Neem dan contact op met Menno Soentken via menno.soentken@hu.nl.

Uitnodiging co-reflectie of moreel beraad

Als het gaat om onbegrepen gedrag, wordt dat vanuit verschillende perspectieven verschillend geïnterpreteerd. De één denkt: ‘het gaat om verwarde personen’, de ander zegt: ‘onbegrepen gedrag is gewoon gedrag in ongewone omstandigheden’. Het is maar net wat je (aan)geleerd hebt in het leven. Doordat iedereen er op een andere manier tegenaan kijkt, ontstaan er vaak ingewikkelde situaties waarin het moeilijk is om tot elkaar te komen en een weg te vinden waar alle betrokkenen tevreden mee zijn. Kwesties die onuitgesproken blijven of die niet naar tevredenheid worden besproken leiden tot ontevredenheid en nieuw onbegrip. De meerdere lagen van onbegrip worden voelbaar.

In het kader van de kenniswerkplaats SOMO (Samen Omgaan Met Onbegrip) hebben we in de afgelopen twee jaar verschillende bijeenkomsten georganiseerd. Hieraan deden mensen vanuit verschillende achtergronden mee. Bijvoorbeeld als hulpverleners, ervaringsdeskundigen, familieleden of buren, politieagenten, beleidsmedewerkers.

Co-reflectie

Dit gesprek kan in de vorm van een ‘co-reflectie’ (onderdeel van Intentional Peer Support Intentional Peer Support (IPS) – Shery Mead – Up to Us), waarbij iemand met doorleefde ervaring het gesprek begeleidt. Co-reflectiesessies zijn gesprekken in een concrete context (bijvoorbeeld een wijk, gemeente, organisatieverband, woningcorporatie, etc.), waar onbegrepen gedrag tot vragen leidt. Vertrekpunt in elk gesprek is een actuele vraag of ervaring van één van de deelnemers.

Het gesprek wordt begeleid door Cassandra Barkman (ervaringsdeskundige, ambassadeur Social Change) en/of een van de onderzoekers van SOMO volgens de principes van Intentional Peer Support (IPS). Dit is een manier van het nadenken over en uitnodigen van transformatieve relaties. Deelnemers van de afgelopen coreflectiebijeenkomsten geven aan dat er belangrijke nieuwe inzichten ontstaan tijdens de sessies, zoals meer aanknopingspunten voor samenwerking.

Moreel beraad

Een andere gespreksvorm is moreel beraad. Moreel beraad (zie ook Oud? En nieuw! Moreel beraad als vorm van ethiekondersteuning | Werken in Gedwongen Kader ) is een veelgebruikte methode om ethische kwesties of dilemma’s te bespreken. Een ervaren gespreksbegeleider gaat in dialoog met de aanwezigen. De focus ligt op verschillende waarden en normen die rond onbegrepen gedrag een rol spelen. Ook hier is het vertrekpunt een actuele vraag of ervaring van één van de deelnemers. Een onmisbare kans om op een ‘andere’ manier met elkaar in gesprek te gaan en samen te werken aan omgaan met onbegrip.

Nieuwe inzichten

Deze twee gespreksvormen leiden vaak tot nieuwe inzichten bij de deelnemers: ze leren zien dat er ook andere manieren zijn om naar een situatie te kijken. Ook worden er vaak knelpunten gesignaleerd, die vervolgens opgepakt kunnen worden.  Dergelijke gesprekken kunnen zorgen voor leren, ondersteuning, begrip en wederkerigheid: het leidt tot herkenning en erkenning van herkenbare problematiek. De ‘geleerde lessen’ worden verzameld en meegenomen binnen SOMO.

Wil je ook een keer een co-reflectiebijeenkomst of moreel beraad ervaren en ondersteuning krijgen bij moeilijke kwesties? Of wil je vrijblijvend informatie over co-reflectie of moreel beraad? Neem dan contact op met Arjan van Os via arjan.vanos@hu.nl.

Knelpunten en kansen rond onbegrepen gedrag in kaart gebracht

In de regio Utrecht is in de afgelopen maanden onderzoek gedaan naar de belemmerende en bevorderende factoren in het omgaan met onbegrepen gedrag. Het doel was om inzicht te krijgen in hoe beleid en praktijk beter kunnen aansluiten bij de complexe realiteit van mensen met onbegrepen gedrag. De onderzoekers spraken met vertegenwoordigers van gemeenten, woningcorporaties, GGZ-instellingen, maatschappelijke organisaties en ervaringsdeskundigen. Via interviews en werkbezoeken kregen we een beeld van de uitdagingen en kansen in de regio. 

Uit het onderzoek blijkt dat vroegsignalering, preventie en bemoeizorg nog te weinig aandacht krijgen. Professionals geven aan vaak pas in actie te kunnen komen wanneer situaties escaleren. Ook blijkt dat zorg en middelen versnipperd worden ingezet, ook door een gebrek aan integrale samenwerking en duidelijke regieafspraken tussen organisaties. Daarnaast speelt stigmatisering een grote rol. Onbegrepen gedrag wordt vaak niet herkend of erkend, wat leidt tot onbegrip tussen hulpverleners en cliënten. Ervaringsdeskundigen geven aan dat er laagdrempelige ontmoetingsplekken nodig zijn en dat ervaringskennis ingezet kan worden om het contact met deze doelgroep te verbeteren.  

Deze resultaten zijn besproken met stakeholders die betrokken zijn bij SOMO en tijdens een overleg van de Denktank. Zowel de stakeholders als de Denktank gaven aan dat de knelpunten al jaren bekend zijn. Wat ontbreekt, is daadwerkelijke verandering. Er is te veel overleg en te weinig actie. Mensen met onbegrepen gedrag voelen zich vaak niet gehoord of gezien, terwijl zij juist behoefte hebben aan menselijk contact, vertrouwen en laagdrempelige ondersteuning. Een andere benadering lijkt nodig te zijn: meer ruimte voor menselijk contact, minder bureaucratie, en een systeem dat beter aansluit bij de leefwereld van mensen met onbegrepen gedrag.  

De Denktank roept ook op tot een koerswijziging: minder praten over mensen, meer praten mét mensen. Ervaringskennis moet leidend worden in beleid en praktijk. Ook pleit men voor meer betekenisvolle ontmoetingsplekken en het doorbreken van bureaucratische barrières. Het onderzoek van SOMO wil zich heroriënteren op haar rol als kennisknooppunt en zoekt naar manieren om meer impact te maken in de praktijk. De centrale vraag: hoe zorgen we ervoor dat de meest kwetsbaren niet langer tussen wal en schip vallen?

Terugblik op de EffectenArena: samen meer impact maken

Op 3 juni 2025 vond een inspirerende EffectenArena plaats vanuit de regionale kenniswerkplaats Samen Omgaan Met Onbegrip (SOMO). Onder leiding van Andrew Britt en Karin van Bemmel (senior onderzoekers bij het Verwey-Jonker Instituut) kwamen professionals, ervaringsdeskundigen en onderzoekers samen om na te denken over hoe we in deelproject 2 meer impact kunnen realiseren in de praktijk. 

De onderzoekers spraken de afgelopen tijd met diverse stakeholders in de regio Utrecht. Hieruit kwamen duidelijke knelpunten naar voren: onvoldoende aandacht voor vroegsignalering en outreachende zorg, een gebrek aan regie en samenwerking, én het grote effect van stigmatisering en wederzijds onbegrip. Deze bevindingen vormden het vertrekpunt van de bijeenkomst. 

De EffectenArena is een gespreksmodel dat helpt om de effecten van een project vanuit verschillende perspectieven in kaart te brengen. Wie investeert wat? Welke activiteiten worden uitgevoerd? En wat levert het op – voor wie?

Tijdens de bijeenkomst werkten deelnemers in twee groepen aan het invullen van hun eigen EffectenArena. Dit zijn de eerste belangrijke inzichten: 

  • Van constateren naar agenderen: deel de uitkomsten van het project – inclusief concrete aanbevelingen – actief met politiek en media. 
  • Samenwerking in de regio versterken: door beter te weten wie wat doet en elkaars perspectieven te begrijpen, kunnen we effectiever samenwerken. 
  • Kennis breder en beter delen: met zowel toekomstige als huidige professionals in zorg, onderwijs en beleid. 
  • Gezamenlijke verantwoordelijkheid vergroten: voor mensen met onbegrepen gedrag en hun naasten. 
  • Wederzijds begrip versterken: professionals moeten elkaar beter begrijpen om echte verandering mogelijk te maken. 
  • Samen leren op basis van gelijkwaardigheid: verbind verschillende perspectieven en leer van elkaar. 

Een visuele weergave van alle resultaten is weergegeven in bijgevoegde afbeelding. De EffectenArena gaf energie en richting voor het vervolg van het project. Samen zetten we stappen naar meer impact en een beter begrip van mensen met onbegrepen gedrag.

“Willen, mogen, kunnen, moeten en durven” – een terugblik op morele beraden 

Inmiddels zijn er vanuit SOMO meerdere morele beraden uitgevoerd. Ook in 2026 gaan we met nieuwe situaties en andere partners in gesprek over verschillende ethische kwesties rond goede zorg.  

Moreel beraad is een gestructureerde dialoog over een ethische kwestie waar nog geen kant-en-klaar antwoord op is. In het sociale domein gaat het vaak om vragen zoals: Waar ligt de grens in begeleiding? Wie is waarvoor verantwoordelijk? Hoe ver mogen we gaan in de hulpverlening? En wat zijn de effecten van ons handelen? 

Onder begeleiding van een gespreksbegeleider werden tijdens morele beraden dergelijke vragen onderzocht. Hierbij werd juist vertraging ingebouwd: niet meteen naar oplossingen zoeken, maar stilstaan bij wat echt belangrijk is en samen leren omgaan met de soms machteloos makende situaties. Verschillende deelnemers uit sociaal werk, politie, gemeente en zorg toonden grote betrokkenheid door het delen van hun professionele kennis en ervaringskennis. 

Wat opviel, was de sterke neiging van deelnemers om te handelen: “ik wil echt iets doen, maar het mag of kan niet.” In de complexe praktijk worden door bevlogen professionals grenzen van het systeem opgezocht om een veilige, menswaardige ondergrens te creëren. Soms lukt dat, soms niet. Tijdens de gesprekken ontstond een duidelijke intentie om meer samenwerking te zoeken, om te reflecteren op vragen als: Wat vinden we normaal? Wat niet? En waarom? 

Reflectie van Arjan van Os, Docent-onderzoeker aan de Hogeschool Utrecht 

Arjan: “Deze vragen waren de basis van een respectvol en vertrouwelijk gesprek. De grenswerkwoorden waarmee we de casus verder hebben verdiept, waren: willen, mogen, kunnen, moeten en durven. Voor mij voelde de betrokkenheid van de deelnemers groot, er werden in toenemende mate steeds meer perspectieven gedeeld, er werd geluisterd naar elkaar en er werden verdiepende vragen gesteld.  

Een deelnemer noemde haar worsteling met privacywetgeving. Dit lijkt de samenwerking en goede zorg in de weg te staan. “Als ik dat had geweten, had ik iets anders gedaan”. De gespreksbegeleiders nodigden deelnemers uit om hun perspectief en worstelingen te delen. Er werd letterlijk genoemd: “Dat kan ik hier wel zeggen”. Moreel ongemak leek hiermee enigszins te verdwijnen.  

Ook professionele ervaringskennis werd verder verspreid. Kennis uit verschillende domeinen en kennis vanuit verschillende perspectieven/deelnemers. De lijntjes zijn kort en men weet elkaar goed te vinden én men uitte voornemens om nog meer samen te werken, ook rond andere casussen. Dit werd ook ter plekke gedaan. Verschillende maatschappij- en mensbeelden werden kort aangestipt maar overstijgen dit moreel beraad.   

Er zijn deelnemers die heel dicht bij de persoon betrokken zijn (samen naar de winkel, helpen inpakken, laagdrempelig app-contact), en deelnemers die iets verder op afstand staan. Wat opviel was dat de persoonlijke wil tot helpen, doorgaan, er willen zijn, sterk aanwezig was bij verschillende deelnemers: “ik wil iets doen”… Dit botst met professionele normen, waarin dingen níet mogen of kunnen. Een taakomschrijving werd genoemd, evenals regelgeving en budget.   

Het viel mij op dat er in deze casus veel gedaan werd buiten de norm en buiten ‘standaard’ regels & procedures om. De grenzen lijken te worden opgezocht, om toch een soort veilige, menswaardige ondergrens te creëren. Het wrange is dat de persoon zelf ook acties onderneemt die niet bijdragen aan gezondheid en veiligheid: “we hebben geen idee waar de persoon nu is”. Kwetsbaarheid, uitzichtloosheid, onmacht, moedeloosheid en keuzevrijheid worden ook genoemd.”  

Een GGD-medewerker aan de telefoon.

Contact

somo@ggdru.nl